Karl Marx en Pierre-Joseph Proudhon: alhoewel ze allebei in de hedendaagse termen als "links" kunnen worden aanzien, waren ze geen al te goeie vrienden. Het socialisme van Proudhon was immers niet naar de zin van Marx (en zijn kompaan Engels). Proudhon's socialisme was immers utopisch, en het socialisme zou volgens Marx en Engels wetenschappelijk zijn of het zou niet zijn. In antwoord op Proudhon's The Philosophy of Poverty schreef de nogal kleinzerige Marx The Poverty of Philosophy.
Waarom waren die twee medestanders zo gebeten op mekaar?
Marx zelf legt het conflict helder uit in een brief aan een zekere Adolf Cluss (1828 - 1905) , een communist en Duitse emigrant in de V.S. die uiteindelijk architect werd in Washington DC alwaar hij publieke gebouwen ontwierp alsook scholen (vooral gebruik makend van rode baksteen). Cluss werd later lid van de Republikeinse partij! De brief is opgenomen in de bundel Letters to Americans.
Proudhon, zegt Marx, deelde Frankrijk op in 3 klassen:
1) de bourgeoisie aka. de kapitalisten
2) de middenklasse ("the petty bourgeoisie")
3) het proletariaat.
Porudhon, aldus Marx, wou van de extremen af (klassen 1 en 3) door ze te laten opgaan in de middenklasse ("the golden mean"). Proudhon had daarvoor zijn systeem bedacht van "gratis krediet" wts dus uiteindelijk zou leiden tot de eliminatie van alle vormen van interest/rente. Proudhon's systeem mangelde langs alle kanten (hij ging erover in debat met Frederick Bastiat), maar dat is nu even het punt niet.
Het punt is dat Proudhon het klassensysteem wou vervangen door van iedereen "petit bourgeoisie" te maken. En dat was natuurlijk net het tegenovergestelde van wat Karl Marx wou. Marx haatte de middenklasse (de "petty bourgeois"): gewonen mensen die met hun eigen kapitaaltje (aangevuld door "gratis krediet", in Proudhon's voorstel) zich zouden specialiseren (arbeidsverdeling!) in waar ze goed waren en bijgevolg winst konden maken en een zelfstandig leven opbouwen. Volgens Marx was zoiets onmogelijk. De arbeidsverdeling zou immers onvermijdelijk leiden tot "vervreemding" en verarming ("verelendung").
Marx wou daarom de middenklasse (en bijgevolg ook private eigenlijk en arbeidsverdeling) volledig weg, in plaats van iedereen de kans te geven om petty bourgeois te worden. En dus bedacht hij zijn ingenieus schema uitvoerig beschreven in Das Kapital. In plaats van dat kapitalisten en proletariërs de middenklassen zouden vervoegen (of erin opgegaan) ging naar Marx idee de middenklasse (alsook de grote meerderheid van de bourgeoisie) opgaan in het proletariaat.
Dat was niet zomaar Marx zijn idee of voorstel. Nee, de ijzeren wetten van het kapitalisme (in feite de industrialisering) zouden er onvermijdelijk toe leiden dat al het kapitaal uiteindelijk geconcentreerd zou worden in de handen van een paar kapitalisten. Dit ging dan gepaard met de onteigening van de middenklasse of petit bourgeoisie waardoor die alleen maar hun "proles" zouden overhouden en dus het proletariaat zouden vervoegen. Marx schrijft inderdaad in het eerste deel van Das Kapital dat de "accumulatie" (in werkelijkheid concentratie) van kapitaal hand in hand gaat met een toenemende proletarisering.
Maar geen nood, eens dit proces voltooid, zouden de resterende kapitalisten (de onteigenaars van de middenklasse) zelf onteigend worden en zou het paradijs aanbreken zonder private eigendom en zonder arbeidsverdeling. We zouden dan immers allemaal, in de visie van Marx, alles tegelijk doen en kunnen (als een soort "supermens" - dat idee vinden we dus enkel terug bij Nietzsche en andere voorlopers van het fascisme, maar ook bij Marx). Of zoals de jonge Marx schreef: “...hunt in the morning, fish in the afternoon, rear cattle in the evening, [and] criticise after dinner...”
Helaas, over hoe die laatste fase onherroepelijk zou plaatsvinden, bleef Marx plots heel sterk op de vlakte; zeker in vergelijking met de wijze waarop hij de onteigening van de middenklasse (die het grootkapitaal uiteraard goed zou uitkomen) in uitgebreid detail beschreef.
Kortom, Proudhon zat er misschien naast met zijn concrete ideeën om iedereen een zelfstandig bestaan de garanderen, maar hij was tenminste geen valse profeet. Die eer valt te beurt aan Karl Marx.